Tips voor een Keukentafelgesprek

Handige tips voor ‘het keukentafelgesprek’

Heeft u hulp nodig? Zoekt u iemand die uw huis kan schoonmaken, de bedden opmaken, de ramen zemen of de was doen? Of heeft u begeleiding nodig bij uw administratie? Of zoekt u naar een dagopvang in de buurt? Of naar een manier om mobiel te blijven?

Al deze vormen van hulp vraagt u aan bij de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Het onderzoek

De gemeente onderzoekt of u inderdaad hulp nodig hebt. Binnen zes weken na uw aanvraag is het onderzoek afgerond en is duidelijk of u deze extra ondersteuning krijgt. Hoe gaat dat in zijn werk? Vaak komt er iemand van de gemeente bij u thuis, ‘aan de keukentafel’ om over de problemen te praten. Maar soms gaat zo’n gesprek telefonisch of moet u zelf naar het gemeentehuis komen. Het is belangrijk dat u zich goed op het gesprek voorbereidt. En dat u niet alleen naar dit gesprek gaat. Vraag iemand mee die goed op de hoogte is van uw situatie. Als u niemand heeft om u te begeleiden, heeft u recht op een professionele, onafhankelijke cliëntondersteuner. U betaalt hier niets voor.

Waarover gaat het keukentafelgesprek?

De ambtenaar praat over veel zaken. Zoals: Wat mankeert u? Wat is uw inkomen? Zijn er familieleden, vrienden of buren die voor u zorgen? Verder kijkt de gemeente welke zorg en ondersteuning u al krijgt, bijvoorbeeld vanuit de Zorgverzekeringswet. Blijkt uit het onderzoek dat huishoudelijke hulp inderdaad hard nodig is? Dan is de gemeente vanuit de Wmo verplicht om ondersteuning te bieden.

Praktische tips voor het gesprek
gesprek, thuiszorg
  • Denk na over de plek van het gesprek. Wat heeft uw voorkeur?
  • Bereid het gesprek goed voor. Noteer van tevoren wat aan de orde moet komen. Wat voor soort ondersteuning is er nodig? Waar bent u het meest mee geholpen en waar is echt behoefte aan? Gaat het om hulp in de huishouding? Of om een scootmobiel? Of wellicht om iets dat veel minder voor de hand ligt, maar dat wel in een behoefte voorziet? Wat kunt u zelf niet meer? Sinds wanneer is dat veranderd?
  • Van wie wilt u hulp krijgen? De gemeente heeft een lijst met zorgorganisaties die allemaal anders zijn. Vraag daarom aan andere mensen die hulp krijgen hoeveel uren hulp ze krijgen en hoe die hulp hen bevalt.
  • Denk ook na over wat u nog wél zelfstandig kan – en wil blijven doen.
  • Denk na over de informatie die u aan de gemeente kunt verstrekken en waar u al over beschikt. Zijn er operaties, behandelingen of onderzoeken geweest? Zorg ervoor dat u medische verklaringen en/of uitslagen van onderzoeken bij de hand heeft. Deze hoeft u niet te laten zien. De gemeente mag hier ook niet naar vragen.
  • Check vooraf bij diverse familieleden, vrienden of zelfs buren: wat zijn hun mogelijkheden om te helpen? Wat zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden van de mantelzorgers?
  • Neem iemand mee naar het gesprek. Twee horen meer dan één. Zijn alle punten van uw lijstje aan de orde gekomen?
  • Maak aantekeningen, en neem die na afloop met de medewerker van de gemeente door. Daarmee checkt u nogmaals, of u alles begrepen heeft.
  • Informeer naar de vervolgafspraken. Wie doet wat en wanneer?
  • Bent u tevreden over het gesprek? Was er voldoende tijd? Of duurde het gesprek te lang en was het daardoor te zwaar? Is alles wat verteld moest worden?  Als u niet tevreden bent over het verloop van het gesprek, vraag dan of het mogelijk is om het gesprek over te doen. Eventueel met een andere consulent/medewerker van de gemeente. Ook moet het voor u duidelijk zijn waar u een klacht kunt indienen als u niet tevreden bent over de manier waarop u behandeld bent of de procedure.
En na het gesprek?

Vraag aan het einde van het gesprek met de gemeente om een verslag. Dit verslag zal u na een paar dagen of hooguit één of twee weken –  en uiterlijk binnen zes weken na uw eerste melding/verzoek bij de gemeente – worden toegestuurd. Hierin staat wat er met u is besproken en welke afspraken er zijn gemaakt. Lees dit verslag goed door en let erop dat de gemeente het verslag ondertekent. Als u het er mee eens bent, natuurlijk.

Bent u het niet eens met de inhoud? Teken dan alleen voor ‘gezien’. Of vraag of u later mag tekenen. U kunt dan nog overleggen met een deskundige of een familielid. Overleg daarna nogmaals met de ambtenaar. Misschien is er sprake van een misverstand en kan het verslag worden aangepast.

Als uw bezwaren niet worden weggenomen, kunt u binnen zes weken bij de gemeente een klacht indienen. Zes weken is hiervoor een redelijke termijn, maar informeer voor de zekerheid bij het Wmo-loket in uw gemeente hoe u dat moet doen en vraag voor de zekerheid ook deze termijn na!

Bronvermelding: Rabobank

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *